WAT EN HOE LEERT DE JONGERE?
De leerling krijgt naast de algemene vorming een brede bedrijfsgerichte vorming met drie belangrijke onderdelen:
- Een sterke bedrijfseconomische vorming met aandacht voor de dubbele boekhouding, de kostprijsberekening, de analyse van de jaarrekening van de onderneming en de investeringsanalyse. Daarnast is er ook aandacht voor verschillende beleidsaspecten van de onderneming.
- Een doorgedreven vorming in de toegepaste informatica met aandacht voor de analyse en het ontwikkelen van oplossingen voor bedrijfsadministratieve problemen.
- Een taalkundige vorming Nederlands, Frans, Engels en Duits met vooral aandacht voor het ontwikkelen van praktische vaardigheden in een bedrijfseconische context.
Werkvormen worden ingezet die naast kennis, ook bijzondere aandacht hebben voor het verwerven van vaardigheden en attitudes. Vakoverschrijdende opdrachten bevorderen de samenhand tussen de drie bovenstaande componenten. Deze opdrachten kunnen zowel in als buiten de school georganiseerd worden in het kader van een oefenfirma of mini-onderneming, bedrijfsbezoeken, seminaries en stages.
Vakken | 3de | 4de | 5de | 6de |
Godsdienst | 2 | 2 | 2 | 2 |
Aardrijkskunde | 1 | 1 | 1 | 1 |
Geschiedenis | 1 | 1 | 1 | 1 |
Lichamelijke opvoeding | 2 | 2 | 2 | 2 |
Wiskunde | 4 | 4 | 3 | 3 |
Nederlands | 4 | 4 | 4 | 4 |
Frans | 5 | 5 | 4 | 4 |
Engels | 3 | 3 | 3 | 3 |
Duits | 2 | 2 | ||
Natuurwetenschappen | 2 | 2 | 1 | 1 |
Informatica | 3 | 3 | ||
Bedrijfseconomie | 6 | 6 | 10 | 10 |
33 | 33 | 33 | 33 |