WAT EN HOE LEERT DE JONGERE?
Dit studiegebied richt zich tot praktisch ingestelde leerlingen met voldoende aanleg en interesse voor wetenschappen, tot creatief en sociaal voelende jongeren, die over een ruim inlevingsvermogen beschikken.
Deze richting bestrijkt het ganse gamma wetenschappen dat de mens centraal stelt. Men verkent de wisselwerking mens, voeding en milieu en hun eigen positie daarin.
Ze krijgen een wetenschappelijke onderbouwing vanuit natuurwetenschappen (biologie, chemie en fysica) en sociale wetenschappen, zowel theoretisch als praktisch.
Jongeren ontwikkelen verder een aantal competenties
- binnen een welomschreven opdracht sociaalwetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderzoeken;
- binnen een welomschreven opdracht aan persoonsgebonden activiteit voor een groep plannen, voorbereiden en bereiden;
- binnen een welomschreven opdracht iets mondeling voor een groep presenteren;
- de eigen studieloopbaan in handen nemen.
Het leren in samenhang wordt bij uitstek geoefend tijdens de Integrale Opdrachten.
Vakken | 3de | 4de | 5de | 6de |
Godsdienst | 2 | 2 | 2 | 2 |
Nederlands | 4 | 4 | 4 | 4 |
Engels | 2 | 2 | 2 | 2 |
Frans | 3 | 3 | 3 | 3 |
Aardrijkskunde | 1 | 1 | 1 | 1 |
Geschiedenis | 1 | 1 | 1 | 1 |
Lichamelijke opvoeding | 2 | 2 | 2 | 2 |
Informatica | 1 | 1 | ||
Wiskunde | 3 | 3 | 3 | 3 |
Natuurwetenschappen | 4 | 4 | 5 | 5 |
Sociale wetenschappen | 4 | 4 | 4 | 4 |
Integrale opdrachten1 | 6 | 6 | 6 | 6 |
33 | 33 | 33 | 33 |
1 Integrale Opdrachten: geïntegreerd lessenpakket waar men aan de hand van vier competenties de verschillende onderdelen zoals expressie, voeding, praktijk voeding, sociale wetenschappen en natuurwetenschappen integreert tot één geheel.
De vier competenties waar men rond werkt zijn:
- sociale en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken;
- een persoonsgerichte activiteit voor een groep organiseren;
- iets mondeling presenteren voor een groep;
- de eigen studieloopbaan in handen nemen.